Minimumvergoeding voor bepaalde freelancers in PC 304

Binnen paritair comité 304 sloten de sociale partners in december een belangrijk akkoord: gesubsidieerde opdrachtgevers moeten bepaalde freelancers een minimum dag- of uurvergoeding betalen.

Gesubsidieerde opdrachtgevers moeten bepaalde freelancers een minimumvergoeding betalen. Voor structureel gesubsidieerde opdrachtgevers geldt die verplichting vanaf 1 januari 2024. Projectmatig gesubsidieerde opdrachtgevers hebben nog tijd tot 1 juli 2024.

De minimumvergoeding is van toepassing als je als organisatie een opdracht geeft aan een zelfstandige die:

  • zelf geen personeel tewerkstelt,
  • een artistieke of technisch-artistieke functie uitoefent. Specifiek gaat dit over de functies 1 tot 9 en 20 tot 26 van de CAO loon- en arbeidsvoorwaarden. (138114/CO/304 van 19 december 2016 en nadien nog gewijzigd.)

Hoe bereken je de minimumvergoeding?

  1. Je bepaalt het minimumbarema op basis van looncategorie en anciënniteit, zoals vastgelegd in de CAO loon- en arbeidsvoorwaarden.
  2. Je vermenigvuldigt dit bedrag met een coëfficiënt van 1,46.
  3. Je zet dit bedrag om naar een vergoeding per dag of een vergoeding per uur.
  4. Het bedrag is exclusief BTW. Je telt er de BTW dus nog bij op indien van toepassing.

Met deze minimumvergoeding wil de CAO de patronale RSZ, de wettelijke verzekeringen (arbeidsongevallen en BA), enkel en dubbel vakantiegeld en een extra percentage voor sociale bijdragen ook vergoeden aan zelfstandige medewerkers.

Dit blijft een minimumvergoeding. Je bent als freelancer of als organisatie natuurlijk vrij om een hogere dagvergoeding te onderhandelen.

Image by pvproductions on Freepik.